SVP wil over vijf jaar andere warmtebronnen in bedrijf hebben

SVP wil vanaf 2026 houtsnippers alleen nog inzetten voor winterwarmte. SVP directeur Gijs de Man: “Andere bronnen voor duurzame warmte moeten de plek van de houtsnippers in de zomer innemen.” Op korte termijn is het nog niet haalbaar om afscheid te nemen van houtsnippers. Houtsnippers waren altijd al een zogeheten ’transitiebrandstof’, een tijdelijke oplossing in afwachting van andere duurzamere manieren om warmte op te wekken. SVP loopt momenteel al regelmatig tegen zijn grenzen aan, met name tijdens koude periodes. Op korte termijn biedt de bouw van de een tweede, kleinere biowarmtecentrale uitkomst. Die moet in 2022 operationeel worden. Samen met de buffers kan dat
voorlopig de vraag opvangen. Voor de langere termijn wordt gezocht naar alternatieve duurzame warmtebronnen die zorgen dat de transitiebrandstof van houtsnippers uitgefaseerd kan worden. Voorbeelden daarvan zijn aquathermie, geothermie en ‘Power to Heat’. Aquathermie lijkt een snel haalbare optie. Er zijn gesprekken gaande met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden van de rioolzuivering in Zuidoostbeemster. Afvalwater heeft een hogere temperatuur en kan gebruikt worden als energiebron. Ook aardwarmte – geothermie – is hoopgevend. Bij Edam wordt gekeken naar de mogelijkheden en al proeven genomen, in samenwerking met HVC Alkmaar. Daarbij wordt gebruikgemaakt van water dat op twee tot drie kilometer diepte in de aardlaag aanwezig is en een temperatuur van 85 graden Celsius heeft. Daarbij wordt een gat geboord en het warme water omhoog gepompt. Er is nog een andere vorm: een gat van een paar kilometer boren waar je zelf water in pompt dat op die diepte opwarmt. Dat is een techniek die in Purmerend mogelijk is.
We werken samen met technologiebedrijf Eavor om dat verder te onderzoeken. Ook is er nog ’power to heat’: water met behulp van duurzaam opgewekte elektriciteit opwarmen.

Dit is van belang voor de groter wordende warmtevraag in Purmerend en omsyreken. Momenteel wekken de biowarmtecentrale en de twee gasgestookte hulpwarmtecentrales bij elkaar 177 megawatt op. Het aantal woningen in Purmerend neemt toe, en SVP gaat ook woningen buiten Purmerend verwarmen. Het woningnieuwbouwprogramma is groot en eigenlijk wordt alle nieuwbouw op het warmtenet aangesloten. Dat betekent meer klanten en dus meer warmtevraag. Weliswaar worden huizen beter geïsoleerd, maar dat neemt niet weg dat per saldo meer warmte geleverd moet worden. In 2030 is er 50 megawatt aan extra capaciteit nodig.

Onze doelstelling blijft om CO2-reductie te bewerkstelligen. In 2025 willen we op een reductie van 65 procent zitten en in 2030 op 80 procent. Het laatste stukje tot 100 procent wordt de grootste uitdaging, omdat er altijd rekening moeten houden met een plotselinge piek die opvangen moet worden. Met onze klanten, partners en stakeholders gaan deze uitdaging aan. Want we willen ‘samenwerken aan klimaat’.